De schriften wachten

Oerboek, 2008

Mensje van Keulen (1946) debuteert in 1972 met de roman Bleekers zomer, die haar in één klap in de voorste linies van de Nederlandse literatuur plaatst. Al voor haar debuut schrijft ze verhalen, maar deze worden niet of slechts voor een beperkt publiek gepubliceerd. Toch zijn in dit vroegste werk al de sporen van haar latere verhalen en stijl te vinden, het rauwe onopgesmukte realisme waarmee ze mensen uit de eenvoudige burgerij van de jaren zestig en zeventig in Nederland portretteert. Mensen die de strijd met het leven van alledag aanbinden en vaak ten onder gaan.

In dit oerboek worden drie van deze vroege verhalen voor het eerst in boekvorm gepubliceerd: over een man die zijn gezin probeert te ontvluchten, over een jongen die zich verzet tegen zijn moeder en over een volkse bruiloft met lief en leed. Literatuurwetenschapper Sander Bax heeft de verhalen geannoteerd en plaatst ze in het oeuvre van Mensje van Keulen. In De schriften wachten blikt de schrijfster zelf terug op de ontwikkeling van haar schrijverschap, mede aan de hand van overvloedig beeldmateriaal. Daarnaast is Bleekers zomer opgenomen, het eerste grote literaire werk dat ze na deze vroege verhalen schreef.

uit recensies:

Een fantastisch boek, een solide boek, een grandioos boek.
- Martin Ros bij AT5 en Selexyz

De wrange blijdschap van Van Keulens teksten is verheugend.
- Arjan Peters in De Volkskrant

Een prettige bijkomstigheid van de geringe omvang van Van Keulens oerboek, is dat er in de bundel nog veel ruimte overblijft. Samenstellers Lisa Kuitert en Mirjam Rotenstreich hebben Van Keulens debuutroman Bleekers zomer er dan ook integraal in opgenomen. Aangezien de roman wat de plot betreft sterke overeenkomsten vertoont met het eerste titelloze oerverhaal, verwondert dit niet. De verhalen uit de schriften worden voorafgegaan door een verantwoording van Peter de Bruijn voor de (voornamelijk typologische) aanpassingen die in de gedrukte tekst zijn gedaan. Verder is er een toelichting van de schrijfster zelf, wat foto's en illustraties uit het begin van haar carrière (eind jaren '60, begin jaren '70), enkele in kleur gedrukte pagina's uit de schriften en een essay van Sander Bax. Daarin beschrijft Bax uitvoerig de ontwikkelingen rond Van Keulens geboorte als schrijfster. Ook besteedt Bax veel aandacht aan de latere ontwikkeling van haar werk en de invloed van de 'oerverhalen' daarop. De verhalen uit de schriften winnen hierdoor aan diepte en betekenis: het is al aardig om de verhalen op zichzelf te lezen, maar het zijn de toevoegingen die maken dat je als lezer een complete indruk van Mensje van Keulens beginperiode krijgt. De som van de delen is een oerboek van formaat.
- Lotte Brugman, Recensieweb

Eerdere oerboeken van Hella Haasse en Jeroen Brouwers smaakten naar meer en De schriften wachten, Mensje van Keulens oerboek, stelt evenmin teleur. Samenstellers Lisa Kuitert, Mirjam Rotenstreich, Sander Bax, Peter de Bruijn en Mensje van Keulen zelf brengen teksten uit de schoolschriften die aan het begin stonden van Van Keulens schrijversloopbaan en vullen dat aan met het onverwoestbare Bleekers zomer Het is uit 1972, maar had gisteren geschreven kunnen zijn Voorbeeldige uitgave met fraaie foto's en een aantal tekeningen diede schrijfster maakte voor studentenblad Propia Cures.
- Dagblad De Limburger